BOS-operatie

BOS


BOS staat voor het brachycephaal obstructie syndroom, deze aandoening komt voor bij brachycephale, kortsnuitige honden zoals de bulldogs, boxer, mopshond, pekinees, shih tzu,… Deze rassen hebben door hun schedelvorm een ruimtegebrek in hun neus- en keelstreek waardoor alle aanwezige structuren relatief te groot zijn en veel ruimte opvullen. Hierdoor blijft er minder ruimte over om gemakkelijk te kunnen ademen en slikken. Dit zorgt op zijn beurt weer voor het typische grollen en snurkgeluiden die deze rassen maken. Tot het syndroom behoren een vernauwing van de neusgaten, een te lang zacht gehemelte en uitpuiling van kleine zakvormige structuren (sacculi)  aan beide kanten naast het strottenhoofd. Wanneer het om kleine rassen gaat zien we ook nog regelmatig dat de luchtpijp te klein is aangelegd waardoor het hondje nog meer moeite heeft met ademen en in erge gevallen zelfs een collaps (dichtklappen van de luchtpijp) kan krijgen. Wanneer uw

hond teveel moeite heeft met ademen, het zwaar heeft met warm weer of soms zelfs flauw valt raden we aan om hem te laten opereren.


De operatie


Voor de operatie moet de hond onder volledige narcose en wordt er zo snel mogelijk een tube in de luchtpijp geplaatst zodat hij makkelijker kan ademen. De operatie bestaat uit het vergroten van de neusgaten, hierbij wordt er een klein kraakbeenstukje van de neusvleugels weggesneden en de huid opnieuw gehecht zodat de neusgang groter wordt. Het tweede is het verkorten van het zacht  gehemelte, dit is geen gemakkelijke ingreep omdat we achter in de keel van de hond moeten werken. Het gehemelte wordt verkort totdat het de lengte heeft van een normaal gehemelte. Wanneer de hond al lange tijd ademhalingsmoeilijkheden had kan het zijn dat de sacculi erg zijn uitgepuild en dat deze ook verwijderd moeten worden, dit wordt bekeken tijdens de operatie. Na de operatie moet de hond extra goed in de gaten gehouden worden omdat er zwelling kan optreden van de delen waar aan gewerkt is. Dit proberen we zo veel mogelijk te voorkomen door reeds voor de operatie al een ontzwellend middel te geven. Na de operatie laten we de tube ook zo lang mogelijk in de luchtpijp zitten zodat de hond nog makkelijk kan ademen. De eerste dagen na de operatie is het best om de hond zachte voeding te geven. Na 10-14 dagen zien wij u graag op controle komen en worden ook de hechtingen verwijderd.